De interne competitie is opgezet in een poulefase en een afsluitende wedstrijd tussen de winnaars van de betreffende poules. De deelnemers per poule spelen ieder 2x tegen elkaar. Bij het bepalen van het resultaat van een wedstrijd wordt rekening gehouden met de speelsterkte van de twee spelers die het tegen elkaar opnemen. Van elke speler is vooraf het eigen gemiddelde (moyenne) vastgesteld. Het te behalen aantal caramboles voor de winst is het moyenne maal 30 beurten. Een speler met een moyenne van een half moet 15 caramboles maken, terwijl een speler met een moyenne van 2 in de wedstrijd 60 caramboles moet maken om te winnen.
Om een nog eerlijker score binnen de onderlinge competitie te krijgen wordt niet alleen rekening gehouden met winst, verlies of gelijk spel, maar ook met de mate waarin je je eigen gemiddelde hebt benaderd. Dit wordt gedaan met de z.g. Belgische score methode. Om kort te gaan: voor elke 10% van je moyenne krijg je 1 punt. Een gelijk spel levert een punt extra op en de winst 2 punten. Dus maximaal zijn er bij een partij 12 punten te verdienen. (de wedstrijdleider gebruikt hiervoor een eenvoudige tabel).
De winnaars van de poules spelen een onderlinge wedstrijd om te bepalen wie de clubkampioen wordt.
De clubkampioen is niet per definitie de sterkste speler van de club, maar degene die het best heeft gepresteerd tijdens de competitie gezien zijn of haar speelsterkte!
